Gepulste laser moet worden aangestuurd door een 24VDC±1V-voeding.
a) Let op: Zorg ervoor dat de overeenkomstige draden van het apparaat goed geaard zijn.
b) Al het onderhoud aan het apparaat mag uitsluitend door Raycus worden uitgevoerd, aangezien er geen vervangingsonderdelen of accessoires bij het apparaat worden geleverd. Probeer de labels niet te beschadigen en open de behuizing niet om elektrische schokken te voorkomen, anders vervalt de garantie.
c) De uitvoerkop van het product is verbonden met een optische kabel. Wees voorzichtig met de uitvoerkop. Vermijd vuil en andere verontreinigingen. Gebruik het speciale lenspapier voor het reinigen van de lens. Dek de laser af met de beschermkap van de lichtisolator om deze alleen tegen vuil te beschermen wanneer de laser niet in het apparaat is geïnstalleerd of niet in gebruik is.
d) Indien het apparaat niet volgens deze instructies wordt bediend, zal de beschermende werking worden verzwakt. Het dient daarom onder normale omstandigheden te worden gebruikt.
e) Plaats het collimatorapparaat niet in de uitvoerkop wanneer het laserapparaat in werking is.
f) Het apparaat heeft drie koelventilatoren aan de achterkant om warmte af te voeren. Om voldoende luchtstroom te garanderen en de warmte af te voeren, moet er een ruimte van minimaal 10 cm breed zijn voor de luchtstroom aan de voor- en achterkant van het apparaat. Omdat de koelventilatoren op 'blazen' werken, moet de richting van de ventilatoren in dezelfde richting wijzen als die van de laser als de laser in een kast met ventilatoren is gemonteerd.
g) Kijk niet rechtstreeks in de uitgaande kop van het apparaat. Draag een geschikte laserveiligheidsbril tijdens het gebruik van het apparaat.
h) Zorg ervoor dat de pulsherhalingsfrequentie hoger is dan 30 kHz.
i) De langste tijd zonder puls is slechts 100 µs. Als er geen pulsuitgang is, stop dan onmiddellijk met meten om verdere schade aan het apparaat te voorkomen.
j) Een plotselinge stroomonderbreking kan ernstige schade aan het laserapparaat toebrengen. Zorg ervoor dat de stroomvoorziening continu werkt.
a) Bevestig de module stabiel aan de beugel en zorg voor goede ventilatie van de laser.
b) Sluit de voedingskabel aan op 24 VDC en zorg voor voldoende DC-uitgangsvermogen. Let op de polariteit van de elektrische stroom: anode - bruin; kathode - blauw; PE - geel en groen. De definitie is weergegeven in de afbeelding.;
c) Zorg ervoor dat de interface van de externe controller overeenkomt met de laser en dat de besturingskabel goed is aangesloten op de interface van de laser. De aanbevolen elektrische aansluiting wordt weergegeven in de afbeelding:
d) De buigradius van de aanvoervezel mag niet kleiner zijn dan 15 cm.