Ⅰ. Redenen voor onvoldoende penetratie van laserlasmachines
1. Onvoldoende energiedichtheid van de laserlasmachine
De laskwaliteit van laserlassers is gerelateerd aan de energiedichtheid. Hoe hoger de energiedichtheid, hoe beter de laskwaliteit en hoe groter de inbranddiepte. Een onvoldoende energiedichtheid kan leiden tot onvoldoende inbranding van de las.
2. Onjuiste lasafstand
Onvoldoende lasafstand kan leiden tot onvoldoende laspenetratie, omdat een te kleine lasafstand het laserlasgebied te smal maakt en er niet genoeg ruimte is voor penetratie.
3. Te hoge laserlassnelheid
Een te hoge laserlassnelheid kan leiden tot onvoldoende inbranding in de las, omdat een te hoge lassnelheid de lastijd verkort en daarmee de inbrandingsdiepte vermindert.
4. Onvoldoende samenstelling
Als de samenstelling van het lasmateriaal niet aan de eisen voldoet, kan dit ook leiden tot onvoldoende inbranding. Bijvoorbeeld, als het lasmateriaal te veel oxide bevat, zal de laskwaliteit verslechteren en leiden tot onvoldoende inbranding.
5. Onjuiste defocussering van de focusspiegel
Door een onjuiste defocussering van de focusseerspiegel wordt de laserstraal niet nauwkeurig op het werkstuk gefocust, waardoor de smeltdiepte wordt beïnvloed.
Ⅱ. Oplossingen voor onvoldoende penetratie van laserlasmachines
1. Pas de energiedichtheid van het laserlassen aan
Zoals hierboven vermeld, kan een onvoldoende energiedichtheid leiden tot onvoldoende penetratie van de las. Gebruikers kunnen daarom de penetratiediepte van de las verhogen door de energiedichtheid van het laserlassen aan te passen. Over het algemeen kan het verhogen van het laservermogen of het verminderen van de breedte en diepte van de las de energiedichtheid effectief verhogen.
2. Pas de lasafstand en lassnelheid aan
Als de lasafstand onvoldoende is of de lassnelheid te hoog, leidt dit tot onvoldoende penetratie van de las. Gebruikers kunnen deze problemen oplossen door de lasafstand en lassnelheid correct aan te passen. Over het algemeen kan het vergroten van de lasafstand of het verlagen van de lassnelheid de penetratiediepte van de las effectief vergroten.
3. Vervang het juiste lasmateriaal
Als de samenstelling van het lasmateriaal niet aan de eisen voldoet, kan dit ook leiden tot onvoldoende penetratie van de las. Gebruikers kunnen het juiste lasmateriaal vervangen op basis van de lasvereisten en de eigenschappen van het materiaal om deze problemen op te lossen.
4. Pas de defocus van de focusspiegel aan
Stel de defocusseerspiegel zo in dat deze dicht bij het brandpunt ligt, zodat de laserstraal nauwkeurig op het werkstuk wordt scherpgesteld.
Kortom, er kunnen vele redenen zijn voor onvoldoende penetratie van laserlasmachines, die geanalyseerd en opgelost moeten worden op basis van de werkelijke situatie. Door factoren zoals de energiedichtheid van het laserlassen, de lasafstand, de lassnelheid en de lasmaterialen op een verstandige manier aan te passen, kan de laspenetratiediepte effectief worden verbeterd, wat leidt tot een betere laskwaliteit.
Plaatsingstijd: 28-04-2025